Het meten van het waterverbruik is een prioriteit geworden, enerzijds omdat water schaarser wordt door de gevolgen van de opwarming van de aarde en een constant stijgend wereldverbruik. Als we bovendien rekening houden met de stijging van de kosten van waterzuivering, is het dus essentieel om controle te hebben over het gebruik van deze essentiële hulpbron.
Als onderdeel van een project om gegevens over het waterverbruik te verzamelen en te verwerken, is het essentieel om indicatoren te definiëren die het volgende mogelijk maken:
- De evolutie van het verbruik in de tijd volgen, en dus de impact meten van maatregelen om dit verbruik te rationaliseren
- Om deze consumpties te vergelijken met andere gelijkaardige actoren, om ons in een activiteitssector te kunnen situeren
Principe van een waterverbruiksindicator

Prestatie-indicatoren voor waterverbruik zijn, net als Energie Prestatie Indicatoren, verhoudingen tussen verbruik en een factor die dit verbruik beïnvloedt. Onder deze factoren, bijvoorbeeld: het aantal mensen (bewoners, werknemers), de oppervlakte (m2), de hoeveelheden geproduceerde goederen…
Hier zijn enkele algemene waterverbruiksindicatoren, die kunnen helpen bij het opstellen van meer specifieke indicatoren.
Indicator van het waterverbruik per hoofd van de bevolking in Europa
n Europa verbruikte elke inwoner in 2021 gemiddeld 124 liter water per dag. Er zijn grote verschillen tussen landen. In België ligt dit verbruik per inwoner bijvoorbeeld rond de 90 liter per dag, wat een van de beste prestaties in Europa is. Het waterverbruik hangt van veel factoren af, zoals het klimaat, consumptiegewoonten of zelfs de leeftijd van de waternetwerken.
Volgens een studie van het Europees Milieuagentschap vertegenwoordigen waterverliezen op het netwerk slechts enkele procenten in Duitsland en tot 50% in Bulgarije!

Indicator waterverbruik per activiteitensector
Wereldwijd wordt 90% van het zoetwater verbruikt door de landbouw (65%) en de industrie (25%).
In België (Wallonië) vertegenwoordigt de industrie 22% van het verbruik – 36 miljoen m3 per jaar) en de landbouw 4% (7 miljoen m3 per jaar). Dit totale verbruik is verdeeld over:
- Huishoudens en Tertiair: 73,5%
- Niet-markt: 5,4%
- Landbouw: 4,2%
- Industrie en bouw: 16,9%
- Gebouw: 2,3%
- Agrovoeding 4,6%
- Chemie: 4,8%
- Metallurgie: 2.3
- Niet-metalen: 1.2%
- Vervaardiging van machines en uitrusting: 1.1%
- Afdrukken: 0,3%
- Overig: 0,5%
Indicator van het waterverbruik in de tertiaire sector
Het is erg moeilijk om algemene cijfers te geven, aangezien dit verbruik varieert naargelang de geografische ligging.
Volgens Leefmilieu Brussel vertegenwoordigt de residentiële sector in Brussel 73% van het waterverbruik. De tertiaire sector is 23%. De grootste verbruikers in de tertiaire sector zijn:
- Gezondheid: 18%
- Restaurants: 17%
- Winkels (detailhandel, groothandel): 14%
- Openbare besturen: 10%
- Opleiding: 10%
Volgens een Franse studie volgt het verbruik in kantoren de volgende indicatoren. Deze indicatoren zijn uiteraard sterk afhankelijk van het type activiteit, de aanwezigheid van airconditioning, enz.
- 40 L / dag / werknemer
- 4L / m2 kantoor